Het potentieel van biogas ontdekken: een duik in de biogaswereld
Biogasinstallaties: soorten en categorieën
Biogasinstallaties vormen een belangrijk raakvlak tussen duurzame energieproductie en afvalbeheer. Door organisch materiaal te gebruiken, bieden deze installaties een dubbel voordeel: ze verminderen de vervuiling en genereren tegelijkertijd hernieuwbare energie uit reststoffen en vermeend afval. Inzicht in de verschillende soorten en subcategorieën biogasinstallaties is essentieel om te kunnen navigeren in het landschap van hernieuwbare energieoplossingen.
Natte fermentatie en droge fermentatie
De twee fermentatiemethodes
Biogasinstallaties worden vaak volgens 2 criteria geclassificeerd. Er wordt bijvoorbeeld een onderscheid gemaakt tussen natte fermentatie en droge fermentatie. Bij natte fermentatie wordt het vaste materiaal vermengd met een vloeistof. De daaruit resulterende organische suspensie is meestal vloeibaar en wordt bewogen met een pomp van Vogelsang. Tijdens de droge fermentatie wordt stapelbare biomassa in een 'boxvergister' of 'garagevergister' geplaatst en dan besproeid met een vloeistof (het 'percolaat'). Percolaat dat uit de bodem druppelt wordt opgevangen en opnieuw aangebracht aan de bovenkant van de biomassa. Dit vergemakkelijkt het fermentatieproces en maakt zo biogasproductie mogelijk. Dit type installatie wordt niet zo vaak gebruikt en wordt in de eerste plaats toegepast voor het vergisten van organisch afval, zoals tuinafval of huishoudelijk voedingsafval.
Biogasinstallaties en biomethaaninstallaties
Het gaat om wat er uit komt
Een ander onderscheid is dat tussen biogasinstallaties en biomethaaninstallaties. Beide installaties produceren biogas. In biogasinstallaties wordt dit biogas een beetje verder verwerkt en dan direct omgezet in stroom en warmte in een warmtekrachtkoppelingsunit in de buurt. Biomethaaninstallaties verwerken het biogas zo grondig dat het, net als aardgas, bijna volledig uit methaan bestaat. Dit biomethaan kan daarom rechtstreeks naar het aardgasnetwerk worden geleid waar het kan worden getransporteerd en verbrand op de plaatsen waar de energie vereist is.
Afvalinstallaties
Nuttig gebruik van organisch afval
Een andere veel gebruikte classificatie is gebaseerd op gebruikte biomassa. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen covergistingsinstallaties of afvalinstallaties en hernieuwbare materialeninstallaties. De term 'covergistingsinstallatie' dateert uit de beginperiode van de biogasboom in Duitsland. Landbouwers bouwden systemen waarin ze de energie, die nog in mest aanwezig was, in de vorm van biogas wilden genereren en gebruiken. Al snel ontdekten ze dat ze veel meer biogas konden produceren als ze ook cosubstraten toevoegden aan de mest, bijvoorbeeld voedingsresten, granen of organisch afval. Zo ontstond de term 'covergistingsinstallatie' voor biogasinstallaties, die zowel industriële residu's en afval als landbouwafval zoals drijfmest en mest gebruiken. Na verloop van tijd verminderde de proportie van zulke landbouwgebaseerde biogasinstallaties die afvalmateriaal vergisten sterk. In plaats daarvan werden veel industriële installaties gebouwd voor het verwerken van huishoudelijk, commercieel en industrieel afval. Tijdens deze ontwikkeling begon men de term 'afvalinstallatie' te gebruiken voor biogasinstallaties waar organisch afval wordt vergist.
Hernieuwbare materialeninstallaties
Wat zijn ze en hoe onderscheiden ze zich
De term 'hernieuwbare materialeninstallatie' dateert uit een periode waarin de overheid had beslist om de vergisting van hernieuwbare materialen te stimuleren, met name energiegewassen. Naast landbouwafval vergiste deze biogasinstallaties alleen hernieuwbare grondstoffen. Landbouwafval is meestal mest en drijfmest. Typische hernieuwbare materialen (energiegewassen) zijn:
- mais- en graskuil,
- GPS (gehele-plant-silage) en
- gewassen, zoals aardappelen, rapen enzovoorts, op voorwaarde dat deze niet voor voedingsproductie waren/zijn bestemd.