De excentrische wormpomp als bijzonder bestendige pomp
Toevoeren met geoptimaliseerd toerental
Excentrische wormpompen behoren tot de roterende verdringerpompen. Het basisprincipe van de excentrische wormpomp werd in 1930 uitgevonden en berust op een rotor die in een gefixeerde stator draait. De rotor heeft daarbij de vorm van een transportschroef met een grote spoed en gangdiepte evenals een kleine kerndiameter en draait ‘excentrisch’ rond in de stator. De stator heeft op zijn beurt de vorm van een daarbij passende, maar tweetraps binnenste vijzel met dubbele spoed. Op basis van de geometrie en de excentrische rotatie van de rotor worden holle ruimtes gevormd waarin het medium wordt ingesloten en gelijkmatig vanaf de zuig- naar de perszijde wordt getransporteerd; de tweede gang van de stator wordt als toevoerkanaal voor het medium gebruikt. Op basis van dit toevoerconcept zorgen excentrische wormpompen voor een toevoer met stabiele druk en proportioneel debiet.